DNA

DNA in de cel

Schematische weergave van een dierlijke cel. In de cel bevindt zich de celkern, die de chromosomen herbergt. Op het DNA in de chromosomen is de erfelijke boodschap vastgelegd. De volgorde van vier basen – A, G, C, en T – vormt de code voor de bouw van de eiwittenDe genetische informatie van levende wezens ligt vastgelegd in het DNA. Bijna alle cellen in het lichaam bevatten een celkern waarin het DNA is opgeslagen. Al die cellen zijn ontstaan uit de oorspronkelijke bevruchte eicel en bevatten dus dezelfde genetische informatie. Het DNA is verdeeld in grote brokken: chromosomen genaamd. Ieder mens heeft normaal gesproken in elke lichaamscel 2 sets van elk 23 chromosomen (dus 46 in totaal). De ene set is van de moeder overgeërfd en de andere van de vader. Zo een chromosoom bevat een hele lange DNA keten. De DNA ketens zijn opgebouwd uit 4 verschillende bouwblokjes: de basen. De namen hiervan zijn Adenine (A), Cytosine (C), Thymine (T) en Guanine (G). De DNA code wordt meestal weergegeven als een code van deze 4 letters.

DNA naar eiwit

Het DNA bevat allen maar de informatie voor de bouw van een organisme. Het moet vertaald worden in een ander soort materiaal: eiwitten. Het vooral de eiwitten die de bouwstof zijn voor de verschillende weefsels, en speciale eiwitten: enzymen, reguleren chemische processen.

Een stukje van het DNA waarin de code voor zo een eiwit ligt vastgelegd wordt een gen genoemd.

In de celkern wordt er van het gen een kopietje gemaakt (het DNA moet natuurlijk heel blijven zodat het kan blijven werken). Dit kopietje (RNA genoemd) wordt in de cel afgelezen door de ‘eiwitfabriekjes’. Zo een eiwit fabriek leest de RNA code en stelt op basis daarvan een eiwit samen door bouwelementjes aan elkaar te rijgen. Het eiwit wordt eventueel nog verder verfijnd en kan dan zijn functie gaan vervullen. Dit kan binnen de cel zijn, maar ook daarbuiten. Denk maar aan je spijsverteringsenzymen. Deze worden afgegeven in je mond en darmen en doen daar hun werk.

Mutatie

Wanneer er in het DNA een fout zit, zeggen we dat het DNA gemuteerd is. Door een mutatie in het DNA wordt er ook een fout RNA gemaakt en uiteindelijk zal ook het eiwit niet goed worden samengesteld. En een veranderd eiwit kan minder goed functioneren.